Elektronische ondertekening
De Coronacrisis zorgt voor een versnelde digitalisering van bedrijven. Vergaderingen worden in toenemende mate gehouden over Zoom of Teams, sollicitaties worden volledig online gedaan en overeenkomsten worden meer en meer elektronisch overeengekomen. Dit laatste roept bij veel bedrijven vragen op betreft het elektronisch ondertekenen van overeenkomsten. Om die reden zal in dit artikel dieper worden ingegaan op het juridische kader van het elektronisch ondertekenen.
Juridische kader
De wet- en regelgeving over elektronische handtekeningen volgt voornamelijk uit Europese en, deels Nederlandse wetgeving. Deze wet- en regelgeving is opgenomen in de Verordening betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt, oftewel de eIDAS-verordening. In deze verordening worden drie soorten elektronische handtekeningen gedefinieerd; (1) de elektronische handtekening, (2) de geavanceerde elektronische handtekening en (3) de gekwalificeerde elektronische handtekening. Wat nu de verschillen tussen deze drie zijn, wordt hierna toegelicht.
De elektronische handtekening
De elektronische handtekening wordt ook wel gezien als de ‘gewone´ elektronische handtekening. Voorbeelden van deze handtekening zijn de scan van een handgeschreven handtekening en de standaard handtekening onder een (zakelijke) e-mail. De Nederlandse wetgever heeft het rechtsgevolg van de ‘gewone’ elektronische handtekening vastgelegd in artikel 3:15a BW. Dit artikel stelt vast dat deze elektronische handtekening dezelfde rechtsgevolgen heeft als een handgeschreven handtekening, indien de methode voor ondertekening voldoende betrouwbaar kan worden geacht; gelet op het doel waarvoor de elektronische handtekening is gebruikt. Indien er echter een methode voor ondertekening is gebruikt die onvoldoende betrouwbaar is, dan heeft het ondertekende bestand slecht vrije bewijskracht. In dit geval is het ondertekende bestand niet per definitie ongeldig, maar wordt in geval van discussie de waardering van het ondertekende aan de rechter gelaten.
De geavanceerde elektronische handtekening
Anders dan bij voorgaande wordt bij de geavanceerde elektronische handtekening wel specifieke (technische) eisen gesteld. Deze handtekening moet voldoen aan de gestelde eisen beschreven in artikel 26 van de eIDAS-verordening. In dit geval moet de handtekening voldoen aan de navolgende eisen:
- de handtekening is op unieke wijze aan de ondertekenaar verbonden;
- de handtekening maakt het mogelijk de ondertekenaar te identificeren;
- de handtekening is tot stand gekomen met middelen die de ondertekenaar onder zijn uitsluitende controle kan houden; en
- de handtekening is op zodanige wijze aan de daarmee ondertekende gegevens verbonden, dat elke wijziging achteraf van de gegevens kan worden opgespoord.
Net als bij de ‘gewone’ elektronische handtekening, is het gevolg dat het recht verbindt bepaald door artikel 3:15a BW. Wederom moet er dus per geval getoetst worden of de methode die is gebruikt voor ondertekening, genoeg betrouwbaar is gelet op het doel waarvoor de elektronische handtekening is gebruikt.
De gekwalificeerde elektronische handtekening
De gekwalificeerde elektronische handtekening wordt in alle andere lidstaten als gekwalificeerde elektronische handtekening erkend. Aan deze handtekening wordt in vergelijking met de gewone en geavanceerde handtekening, de meeste eisen gesteld. Zo moet deze handtekening voldoen aan de eisen die voor de geavanceerde elektronische handtekening worden gesteld, maar moet daarnaast ook:
- gegenereerd zijn met gebruik van een certificaat dat is uitgegeven door een Trusted Third Party, geregistreerd bij de ACM;
- gegeneerd zijn met behulp van een “veilig middel” (bijvoorbeeld een USB-token of smartcard); en
- uitgegeven zijn na een face to face controle van de identiteit van de aanvrager (een kopie identiteitsbewijs is dus niet voldoende).
Het gebruik van deze elektronische handtekening biedt de meeste rechtszekerheid. De keerzijde is echter dat de kosten voor het plaatsen van een gekwalificeerde elektronische handtekening relatief hoog zijn.
Conclusie
Van de verschillende soorten elektronische handtekeningen wordt alleen de gekwalificeerde elektronische handtekening in de EU juridisch gezien gelijk gesteld aan de handgeschreven handtekening. Dit wil niet meteen zeggen dat de andere vormen van elektronische ondertekening ongeldig zijn. Echter dient in het geval van een juridisch geschil door de ondertekenaar te worden aangetoond, dat de handtekening geldig is. De waardering van het ondertekende zal dan aan de rechter worden overgelaten. Bij een gekwalificeerde elektronische handtekening zullen de partijen die beweren dat de handtekening vals is, dit zelf moeten bewijzen.